Waarschijnlijk heeft iedereen die in een museum of bij iemand thuis een portret aan de muur zag hangen weleens het idee gehad dat de geportretteerde terugkeek. Bij een foto zal dat idee allicht iets sneller zijn ontstaan dan bij een schilderij. Maar dat een abstráct schilderij terugkeek? Eentje van Jackson Pollock bijvoorbeeld? Toch gebeurt dat in Night Blue van de Australische debutante Angela O’Keeffe. Sterker nog, het schilderij heeft alles altijd nauwlettend in de gaten gehouden, vanaf het moment dat het als lap Belgisch linnen op de vloer van het atelier werd uitgerold. Jackson stak eerst nog een sigaret op, en toen begon het.
Ook in de tweede bijdrage in deze elfde PLUK staat een schilder centraal. Hij woont en werkt op een eiland in de Oostzee, in de DDR-tijd. In twee fragmenten uit Het eiland van Matthias Wegehaupt zien we eerst de spanning tussen de non-conformistische kunstenaar en de eilandbewoners, die hem maar een rare kwast vinden, en vervolgens de spanning bij een vergadering over de bouw van een multifunctioneel flatgebouw, waarin de ‘kameraad voorzitter’ een stel kameraad architecten binnen zijn door de partij bepaalde kaders dwingt. Klinkt dat laatste saai, grijs en deprimerend? Dan hebben we buiten de sprankelende vertaling van Frans Janssen gerekend.
Van het ene eiland naar het andere. Reykjavik, jaren tachtig. Smarties, een novelle van de IJslandse Gerður Kristný, speelt zich af onder klasgenotes op een middelbare school. Voor ‘middelbare school’ kun je, zo blijkt uit het vertaalde fragment, ook ‘slangenkuil’ invullen. Een meisje wordt door vriendinnen voor de ene na de andere keuze gesteld, en wat het sociaal wenselijke antwoord is, is voor een onzekere tiener niet zomaar duidelijk, maar heeft wel consequenties. De sfeer in deze tekst is heel erg jaren tachtig en het decor heel erg IJslands, maar de dilemma’s van een opgroeiend meisje zijn tijdloos en universeel.
De dichteres Nilgün Marmara, auteur van een klein maar indringend oeuvre, wordt in de inleiding van haar vertaalster İlayda Buse Demirci ‘de Turkse tegenhanger van Sylvia Plath’ genoemd, met parallellen op zowel poëtisch als persoonlijk vlak. Er hangt een onmiskenbare sfeer van doem in de gekozen gedichten, die allemaal lijken te zoeken naar een uitweg. Lees ze allemaal drie keer. Ze worden steeds sterker. En mogen we hierbij meteen speciale aandacht vragen voor de enorm goed getroffen illustraties van Jeska Verstegen?
Het is moeilijk te geloven dat The Unpassing, de bekroonde debuutroman uit 2019 van de Amerikaanse Chia-Chia Lin, hier nog niet door een uitgever is opgepikt. We ervaren het leven in een Taiwanees migrantengezin door de ogen van een tienjarige jongen, Gavin. Hij woont in het onherbergzame Alaska, wat de moeizaamheid van de integratie alleen maar benadrukt. En dan is er binnen het gezin ook nog sprake van onderlinge vervreemding nadat een van de kinderen aan hersenvliesontsteking is gestorven. Een voor een leren we via Gavin de gezinsleden kennen, verafschuwen, begrijpen, waarderen. Het door Esther de Gries vertaalde fragment geeft een treffend voorproefje van hoe de communicatie binnen het getraumatiseerde gezin verloopt.
PLUK stelt zich ten doel weinig bekende auteurs en beginnende vertalers aan u voor te stellen. Joseph Roth (1894-1939) kan met de beste wil van de wereld geen weinig bekende auteur worden genoemd, maar we hebben toch iets van hem opgenomen. Niet zozeer omdat het een nooit eerder vertaald verhaal betreft, maar vooral omdat de vijf (!) vertalers van het stuk in een eigen bijdrage een leerzaam en vermakelijk inkijkje geven in het collectieve vertaalproces: ‘Complimenten over en weer, dat houdt het leuk.’ Ja, ja. Maar zo simpel was het natuurlijk niet. Wat er nog meer bij kwam kijken, leest u vanaf bladzijde 85.